Dag 7: Start Trekking Chiang Dao

Een snelle douche, een ontbijtje en dan worden we rond 8 uur opgehaald door Jungle Joe en JJ voor de trekking. Er gaat nog een gezin uit het hotel met ons mee: Saskia, Alexander en dochters Brit en Lotte uit Arnhem.

Na een bezoek aan de vriendelijke toeristen-politie, die de namen uit de paspoorten opnoemt en checkt of wij daarbij horen, vertrekken we voor de bamboo-raft. We doen onze poncho’s aan en stappen op het bamboe-vlot, waarop bankjes zijn geplaatst.  Een mannetjes voor en een mannetje achter sturen ons door het rustige waterstroompje. Na een tijdje gaan we weer aan wal. Ik weet niet of het door de regen komt, maar het maakt niet zoveel indruk op ons. We gaan heerlijk eten bij een eettentje en maken verder kennis met onze medereizigers. Het klikt meteen, we kunnen het direct goed met elkaar vinden! Na een stukje rijden bezoeken we een markt waar de gidsen boodschappen doen en wij ook wat snacks, zaklampen en muggenspul kopen. Bij een dorpje stappen we uit en gaan te voet verder. Al snel gaan we ‘up hill’ en dat is best pittig met bepakking en de hitte. De kinderen lijken er niet zoveel last van te hebben en lopen vooraan achter Jungle Joe aan. Maar Jan en vooral ik hebben wat meer moeite met de klim. Er zijn gelukkig genoeg stops voor water en even bijkomen. Het zout van het zweet komt in m’n ogen. Ik heb ook zo’n band nodig om m’n zweet op te vangen als Joe en staat vervolgens die van hem af. Als Marloes, als doorgewinterde bootcamper, vervolgens ook nog mijn rugzak overneemt (1 voor, 1 achter), wordt de wandeling beter te doen. Goed kijken waar je je voeten zet, want soms glibber je weg door de modder of rollende stenen. Als het gaat regenen doen we de poncho aan, en een moment later is het weer droog!. Wat een prachtige natuur. We zien eigenlijk geen enge dieren ofzo. Vlak voor de village steken we nog een paar waterstroompjes over, manoevrerend over wat stapstenen. Gelukkig help JJ ons erbij, die met z’n schoenen in het water stapt.

Joe maakt van bamboe een proppenschieter voor Coen en laat met een katapult zien hoe een plastic flesje van een stok kan worden geschoten. Joe maakt zich trouwens zorgen om de mensen uit het dorp die zoveel troep in de bossen achterlaten. De kinderen moet geleerd worden om het afval te verzamelen en te scheiden en zouden een voorbeeld aan ons kunnen nemen.

We komen aan bij onze slaapplaats: een grote slaaphut met bamboe wanden, ondergrond en dak van bladeren en een beetje plastic, met daarop wat harde matrassen en een klamboe (met gaten), een grote tafel buiten en 2 hurktoiletten er tegenover. De gidsen maken in een andere hut het eten klaar en slapen daar vannacht ook.

We nemen heerlijk koele drankjes uit de koelbox en als ’s avonds het bier opraakt wordt dat er met een brommertje gewoon bijgehaald.

De mannen koken ‘fried rice met kip curry en ananas toe. Na het eten komen meisjes (en oma) uit het dorp dansen met jongens als begeleidingsband.  We geven een donatie voor het dorp. Na het maken van het kampvuur en magic-tricks van Jungle Joe gaat iedereen slapen. Behalve de mannen dan, want Jan en Alexander nemen met Jungle Joe en JJ nog een aantal biertjes en komen tot diepe gesprekken die we deels vanuit onze hut volgen.